Over toegankelijkheid - Richtlijnen WCAG

Om ervoor te zorgen dat ieder land dezelfde richtlijnen voor digitale toegankelijkheid hanteert, heeft het World Wide Web Consortium (W3C) samen met partners als Stichting Accessibility en andere organisaties de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) opgesteld. Als deze richtlijnen worden gevolgd, kun je er zeker van zijn dat een website digitaal toegankelijk is. De richtlijnen worden gebruikt om digitale producten en diensten op digitale toegankelijkheid te toetsen. Lees meer over de WCAG op de website van W3C.

Nu we steeds vaker alles online doen, is het belangrijk dat websites, online documenten en mobiele applicaties voor iedereen toegankelijk zijn, zeker voor mensen met een beperking. Het gaat daarbij om eenvoudige zaken, zoals goed contrast tussen tekst en achtergrond op een website of app, maar ook om de vraag of een website of document überhaupt werkt op een tablet, of leesbaar is door hulpsoftware voor mensen met een beperking. Het is daarom belangrijk dat ontwikkelaars van deze digitale toepassingen de toegankelijkheidsrichtlijnen volgen.

Web Content Accessibility Guidelines (WCAG)

De internationale Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (WCAG) bevatten een groot aantal aanbevelingen om webcontent toegankelijker te maken. Door deze richtlijnen te volgen wordt content toegankelijker voor mensen met functiebeperkingen. Denk bij die beperkingen aan onder meer blindheid en slechtziendheid, doofheid en gehoorverlies, leerproblemen, cognitieve beperkingen, motorische beperkingen, spraakproblemen, overgevoeligheid voor licht, en voor mensen met een combinatie van deze beperkingen.

De richtlijnen voorzien niet in elke gebruikersbehoefte van mensen met deze beperkingen. Deze richtlijnen zijn van toepassing op de toegankelijkheid van webcontent. Het is goed om te bedenken dat je je webcontent door de WCAG te volgen doorgaans ook beter bruikbaar maakt voor alle webbezoekers.

Vier principes

De WCAG zijn opgebouwd rond vier principes:

  • Waarneembaar (perceivable): alle informatie en alle componenten van de gebruikersinterface moeten waarneembaar zijn door de gebruiker.
  • Bedienbaar (operable): alle componenten van de gebruikersinterface en de navigatie moeten bedienbaar zijn door de gebruiker.
  • Begrijpelijk (understandable): alle informatie en het gebruik van de interface moet begrijpelijk zijn voor de gebruiker.
  • Robuust (robust): content moet voldoende robuust zijn om betrouwbaar geïnterpreteerd te kunnen worden door uiteenlopende soorten technologieën zoals schermlezers en andere hulpmiddelen.

13 Richtlijnen

Elk van de vier principes bestaat uit een aantal richtlijnen die dieper ingaan op de inhoud van de principes. Dit zijn de hoofddoelen die bouwers en beheerders moeten nastreven als het gaat om digitale toegankelijkheid.

86 Succescriteria

De dertien richtlijnen zijn elk weer opgedeeld in een aantal succescriteria. Dit zijn meetbare criteria die een web- of appbouwer helpen om aan de richtlijnen te voldoen. Ze worden ook gebruikt om de toegankelijkheid van een digitale toepassing te toetsen. De succescriteria kennen drie niveaus: A, AA en AAA. Deze niveaus geven aan in welke mate een website toegankelijk is.

Sinds 23 september 2020 moeten alle websites van Nederlandse overheidsinstanties aan deze richtlijnen voldoen op ten minste AA-niveau.