Wat zijn de randvoorwaarden voor het doen van inclusief onderzoek?

Kennis
Man met geleidestok en vrouw zonder stok lopen door een gang in een kantoorpand.

Bedrijven en organisaties die aan de slag gaan met het verbeteren van de toegankelijkheid van hun voorzieningen, producten of diensten maken steeds vaker gebruik van gebruikersonderzoek onder mensen met een beperking. Daarmee test je zowel de toegankelijkheid als de gebruikersvriendelijkheid én krijg je waardevolle informatie in handen om de sociale, fysieke of digitale toegankelijkheid van producten, diensten en omgevingen goed te organiseren.

Als je besluit onderzoek te gaan doen onder een brede(re) doelgroep, dan is het van groot belang dat ook het gebruikersonderzoek zélf toegankelijk is. Op die manier zorg je er bij voorbaat al voor dat je niemand uitsluit.

In dit artikel vestigen we graag de aandacht op de toegankelijkheid van het gebruikersonderzoek en vertellen we je meer over de randvoorwaarden van zo’n inclusief onderzoek: Hoe doe je dat nu precies?

Het gaat verder dan de onderzoeksmethodiek

Een belangrijk besef is dat een onderzoek meer is dan alleen een onderzoeksmethodiek. De juiste methodiek kiezen die past bij je vraag, maar ook bij de groep mensen waaronder je onderzoek wil doen, dat is het startpunt. En daarna  ga je er voor zorgen dat je onderzoek toegankelijk wordt ingericht. Denk hierbij aan de (keuze van de) onderzoekslocatie en de communicatie eromheen. Maar welke randvoorwaarden zijn er om iemand goed mee te laten doen met een onderzoek? Bij mensen met een beperking zul je het misschien net even anders moeten doen dan je normaal zou doen. Waar kun je als onderzoeker allemaal rekening mee houden? Dat hebben we voor je onderzocht.

De afgelopen periode hebben wij aan verschillende doelgroepen gevraagd hoe onderzoek voor hen toegankelijker en inclusiever gemaakt kan worden. De resultaten uit dit onderzoek delen we met je.

We nemen je mee door verschillende delen van het onderzoek: de opzet van het onderzoek, het vinden van participanten, de werving van participanten en de uitvoering van het onderzoek. Per onderdeel benoemen wij dan de aandachtspunten waar jij rekening mee kunt houden.

Opzet van het onderzoek

Bij de opzet van het onderzoek zijn er een aantal onderdelen waar je rekening mee dient te houden, zoals de onderzoekslocatie, de tijd, de onderzoeksmethodiek en de uitvoering van het onderzoek. 

Onderzoekslocatie

Voor de onderzoekslocatie is het belangrijk om te zorgen dat alle participanten deze zonder problemen kunnen betreden. Denk hierbij aan de aanwezigheid van een lift en invalidetoilet voor mensen met een fysieke beperking, brede doorgangen voor mensen in een rolstoel en aan goed contrasterende trappen die helpen voor mensen met een visuele beperking. Ook de bereikbaarheid van een locatie kan veel uitmaken in de bereidheid van mensen om mee te doen en de uiteindelijke ervaring. Als iemand ver moet reizen en vaak moet overstappen kan dit ten koste gaan van het (soms beperkte) energieniveau van de participant; kies indien mogelijk iets wat goed bereikbaar is met het OV én met de auto (let dan vooral ook op aangepaste parkeerplekken).

Wil je vaker onderzoek doen? Gebruik dan weer diezelfde toegankelijke onderzoekslocatie. Op die manier kunnen participanten die vaker meedoen aan onderzoek gewend raken aan deze locatie en de route hiernaartoe.

Ook in de onderzoeksruimte zelf kun je rekening houden toegankelijkheid. Hierbij is het belangrijk om te kijken naar de wensen en behoeften van de participanten. Zo is het voor participanten met een visuele beperking onder andere van belang dat verlichting kan worden afgesteld, maar ook dat er een waterbak voor de hulphond aanwezig is. Voor participanten met een motorische beperking is juist een ruime opzet van belang met een tafelblad dat op de juiste hoogte kan worden afgestemd. Bij participanten die prikkels proberen te vermijden kan het prettig zijn om de kamer zo prikkelarm mogelijk in te richten. Denk aan visuele prikkels en achtergrondgeluiden, die soms storender zijn dan je denkt.

Wanneer er elementen niet geheel toegankelijk zijn, is dit veelal geen ramp. Communiceer met de participanten hier in elk geval voorafgaand aan het onderzoek over, zodat ze niet voor verrassingen komen te staan (denk aan de afwezigheid van een lift).

Duur van het onderzoek

Vaak is het meedoen aan een onderzoek voor mensen met een beperking inspannender dan je zou verwachten. Daarom is het van belang om goed na te denken over de duur van het onderzoek en de tussentijdse pauzes. Houd rekening met het energieniveau van de participant en realiseer je dat onderwerpen die verder van de participant afstaan of nieuw zijn meer energie kosten.

Om te voldoen aan de behoeften van participanten is het daarom van belang om genoeg tijd in te plannen voor het onderzoek. Bepaalde handelingen kunnen 2 of 3 keer zoveel moeite en energie kosten voor mensen met een beperking. Hierdoor kan het onderzoek langer duren en heeft de duur van het onderzoek ook invloed op de vermoeidheid en scherpte van de participant. Daarom is het belangrijk pauzes in te plannen in je onderzoek. Dit geeft participanten een moment rust om bij te komen, kunnen mensen die prikkels op een andere manier verwerken even bijkomen en kan er zo weer ruimte gecreëerd worden om scherp te blijven. Wanneer je werkt met een enkele tolk Nederlandse Gebarentaal (NGT) wordt elke 20 minuten een pauze geadviseerd.

Onderzoeksmethodiek

Het is van belang om de onderzoeksmethodiek af te stemmen op de doelgroep en je hierbij af te vragen of deze methodiek ook prettig is voor alle participanten. Wij geven je hier per methodiek enkele tips waar je rekening mee kan houden als je deze wil inzetten.

Enquêtes

Bij participanten met een motorische beperking wordt het gebruik van lange enquêtes afgeraden, omdat zij langer nodig kunnen hebben om hun antwoorden uit te typen. In dat geval bieden standaardantwoorden een uitkomst. Lees voor meer informatie ons artikel over inclusieve vragenlijsten. Ook weten we dat neurodiverse participanten het makkelijker vinden om een prototype te toetsen dan een concept. Een prototype is iets dat al is uitgewerkt en dat iemand bijvoorbeeld letterlijk vast kan pakken of kan zien. Met een concept wordt iets beeldend bedoeld, iets wat (nog) niet bestaat. Voor sommigen kan dit erg lastig zijn om deze denkstap te maken.

1-op-1 interview

In 1-op-1 interviews kan je het beste de persoon die je wilt interviewen vragen wat die persoon het prettigste vindt. Denk daar bijvoorbeeld aan dat sommige groepen het fijn vinden om de vragen vooraf te ontvangen zodat zij daar al over kunnen nadenken. Mensen met een auditieve beperking kunnen het ook fijn vinden om de vragen te kunnen lezen tijdens het onderzoek zelf. Door deze geprint klaar te hebben liggen weet je zeker dat je vraag goed overkomt.

Dagboekstudie

Aangezien personen met een beperking zo gewend zijn aan knelpunten kan een dagboekstudie minder geschikt zijn voor het onderzoeken van specifieke toegankelijkheidsknelpunten te vinden. Door gewenning zien personen met een beperking iets al niet meer als een knelpunt. Bovendien mis je bij deze vorm van onderzoek de observatie en interactie, aangezien je niet kunt zien hoe zij omgaan met knelpunten of welke handigheidjes zij hebben als oplossing

Digitale tools

Bij het gebruik van (digitale) tools is het belangrijk om te checken welke tools werken voor de doelgroep en dat je ook - per participant - rekening houdt met de bekendheid van de tool. Vraag participanten naar hun voorkeuren, geef ze aan dat ze hun eigen digitale apparaten kunnen gebruiken als dat mogelijk is of geef de participanten de keuze voor fysiek of digitaal onderzoek.

Online onderzoek? Test vooraf op toegankelijkheid en doe een oefen-sessie

Er zijn veel online programma’s beschikbaar om onderzoek mee te doen. Denk aan programma’s die ondersteunend zijn aan een onderzoek maar ook programma’s om met de participant te communiceren. Het belangrijk om na te denken over het onderzoeksprogramma dat wordt gebruikt. Is deze toegankelijk? En is deze ook bekend bij de participant? Het is altijd goed om dit vooraf met de persoon te testen.

Zijn er meer mensen aanwezig in een online meeting? Vertel dit dan even. Vooral mensen met een visuele beperking zien vaak niet wie er allemaal aanwezig zijn. Dit kort delen kan dan fijn zijn, zodat de participant weet met wie ze in een (digitale) meeting zitten.

Het vinden van de juiste mensen

Je hebt voor een onderzoek natuurlijk mensen nodig. Je hebt misschien bedacht dat het goed is om onderzoek te doen onder mensen die een specifieke beperking hebben. Het kan daardoor lastiger zijn om de juiste mensen te vinden. Waar je normaal gesproken een wervingsbureau vraagt om deze personen te zoeken kan het zijn dat zij niet aan je vraag kunnen voldoen. Dan zijn verschillende anderen manieren die je kan proberen om participanten voor een onderzoek te werven. Denk hierbij aan bekenden (uit je netwerk) of belangenorganisaties en expertise-organisatie met een eigen panel (zoals Accessibility). Ook zou je via sociale media zoals Facebook groepen of een verzoek op LinkedIn kunnen proberen. Zorg er dus voor dat je tijd neemt om de mensen te vinden. Ze zijn er wel en willen vaak graag meedoen.

Werven van participanten

Het is bij de werving van participanten belangrijk dat iedere participant zich uitgenodigd en comfortabel voelt. Dat begint al bij de uitnodiging zelf, die moet toegankelijk zijn in taalgebruik en opmaak (let op met pdf-bestanden). Houd ook rekening met het taalgebruik. Kies de juiste bewoording (zie ook artikel taalgebruik) en zorg dat het taalgebruik begrijpelijk is voor je doelgroep. Houd het ook bij de inhoud: Vermijd onnodige afbeeldingen en ontoegankelijke opmaak. Al deze facetten kunnen afleiden van de daadwerkelijke vraag.

Daarnaast is het belangrijk om passende informatie in de uitnodiging te vermelden. Geef bijvoorbeeld ruim van tevoren duidelijk aan waar het onderzoek over gaat, wat het doel van het onderzoek is, wat je verwacht van de participant en of er bepaalde route-instructies zijn (is het goed of lastig bereikbaar, en als het lastig bereikbaar is, welke hulp kan je bieden). Let er ook op dat je altijd een mogelijkheid geeft om van tevoren contact met elkaar te hebben, indien iemand behoefte heeft aan aanvullende informatie.

Als het voor een groep vaak niet mogelijk is om naar een locatie toe te gaan, dan kun je als onderzoeker overwegen aan te bieden naar iemand toe te gaan, een andere (bekende of beter bereikbare) locatie voor te stellen of de sessie online te doen.

Uitvoering onderzoek

Dan is het moment daar, de uitvoering van het onderzoek vindt plaats. Dit kan bijvoorbeeld beginnen omdat iemand met een visuele beperking opgehaald moet worden vanaf het station. Ontmoet je je participant, dan is het belangrijk om te vertellen wie je bent door het noemen van je naam en de naam van het bedrijf. Wanneer je iemand bij de ingang van het gebouw opvangt is het van belang om samen met je participant naar de plek van het onderzoek te lopen.

Doe je onderzoek onder mensen met een auditieve beperking. Zorg er dan voor dat je met de participant communiceert op een gewenste manier, bijvoorbeeld door te vragen “Vind je het prettiger om met spraak of met tekst te communiceren”. Bovendien is het van belang om meerdere mogelijkheden te bieden, zodat de participant een toegankelijke manier van communiceren kan kiezen. Dit is prettig wanneer iemand nog wel kan liplezen, maar het prettiger vindt om te communiceren via geschreven tekst. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een tolk, is het van belang om de tolk op de juiste plek te positioneren.

Let bij onderzoek met mensen met een auditieve beperking ook op het licht in verband met het liplezen. Zorg er hierbij voor dat de participant ook input kan geven op een door hem of haar gewenste manier. Bij participanten met een auditieve beperking helpt het om korte, concrete vragen te stellen met een logische zinsopbouw en is het belangrijk om 1 persoon tegelijkertijd te laten praten. Bovendien is het voor een participant met een auditieve beperking fijn wanneer je expressief communiceert en diegene aankijkt. Blijf altijd communiceren met de participant dus richt je niet tot de tolk.


Voor mensen in het autisme-spectrum is het fijn om dubbelzinnige vraagstellingen te vermijden en het onderzoek te laten aanvoelen als een gesprek. Wanneer je merkt dat de participant vastloopt is het belangrijk om de vraag op een andere manier te kunnen stellen. Lukt dat ook niet? Ga dan verder met de volgende vraag.
Idealiter laat je alle participanten werken met eigen (hulp)software en/of eigen hardware (denk aan het meenemen van hun eigen laptop). Als dit niet mogelijk is, is het van belang om persoonlijke voorkeuren vooraf door te spreken en in te stellen. Denk hierbij aan het gebruik van een muis of toetsenbord, de grootte van tekst en iconen op het scherm en het zorgen voor (voldoende) geluid.

Het is vooral belangrijk om geen aannames te doen en je er bewust van te zijn dat participanten niet hetzelfde zijn. Zo kan niet iedereen met een visuele beperking braille lezen en bestaan er in gebarentaal verschillen tussen generaties en culturen.
Focus daarom op de participant als persoon en let erop dat de participant niet gedefinieerd wordt aan de hand van zijn beperking.


Is het onderzoek eenmaal afgelopen, neem dan ook de tijd om de participanten te vragen wat zij ervan vonden en of zij nog tips hebben voor jou. Door die ruimte te bieden kan jij leren wat je de volgende keer kan doen om jouw onderzoek nog inclusiever te maken.

Vraag vooral de participant: wat heb je nodig?

Bovengenoemde tips omvatten zeker niet alle mogelijke randvoorwaarden waarmee je rekening kunt houden bij jouw specifieke onderzoek. Toch hopen we dat onze inzichten je aan het denken zetten over hoe jij een eerste stap kunt zetten richting toegankelijk(er) onderzoek. Verschillende personen hebben verschillende wensen, vraag dus voorafgaand aan een onderzoek altijd wat een participant nodig heeft. Dat is eigenlijk de allerbelangrijkste tip.

In de reeks Inclusief Onderzoek

Dit artikel is het derde artikel uit onze reeks Inclusief Onderzoek. Wellicht heb je ook interesse in een artikel over inclusief taalgebruik of wil je meer weten over inclusieve vragenlijsten? We blijven onze kennis met je delen; artikel 4 en 5 staan in de steigers en volgen binnenkort.

Advies of hulp nodig?

Het is voor iedere organisatie erg waardevol om inclusief onderzoek te doen. Mocht je op basis van bovenstaande informatie (nog) niet weten waar je moet beginnen? Of heb je vragen over inclusief onderzoek of aanvullende tips? Wil je hulp bij het opzetten of uitvoeren van een inclusief onderzoek of een inclusief ontwerpproces? Neem dan contact op met Accessibility via gebruikersonderzoek@accessibility.nl dan helpen we je graag verder.

Contact

Foto van Margot van Muiswinkel

Ook jouw onderzoek voor iedereen toegankelijk?

We kijken uit naar jouw berichtje. We helpen je graag verder

Margot van Muiswinkel

Statusbericht

Helaas is ons contactformulier tijdelijk niet te gebruiken. We zijn wel te bereiken via info@accessibility.nl en 030 - 239 82 70.